janelly-2019.reismee.nl

Gelukkig een dagje gebleven!

Jawel, vandaag rondgehangen, gesjouwd in Pamplona, het was heel erg de moeite waard! Vanmorgen lekker rustig opgestaan, uitgebreid tijd genomen voor ontbijt en daarna de stad in. We namen de directe route (ca 1 km lopen) naar de lift, die ons van de benedenstad direct aflevert in de oude, historische bovenstad. Gisteren zijn we via de trap naar de oude stad geklommen, maar vandaag is het een soort van vrije dag, dus...... met de lift. Dan ben je ook wel meteen daar where the action is. Eerst even rondgewandeld. Overdag en met een zonnetje, zag het er veel vriendelijker uit dan gisterenavond toen het er wel interessant en gezellig was, maar ook een beetje morsig. Dat gevoel was weg nu er meer winkels open waren en er redelijk veel mensen op hun gemakje rond wandelden, er is weinig haast.

Het eerste bezoek brachten we aan de St. Nicolaaskerk, een gefortificeerde, middeleeuwse kerk. Ook hier een, zeer oude, houten vloer. Sfeervol. Daarna kwamen we op de Paseo de Sarasate, een hele ruime straat met een brede middenberm, waarop van alles gebeurd. Er staat ook een monument to the fueros, nogal megalomaan. Jan nam afstand om een foto te maken. Ik bestudeerde ondertussen de plattegrond. Een vriendelijke man sprak mij in het Engels aan en vroeg of hij kon helpen. Ik zei dat ik aan het kijken was waar we nu naar toe zouden gaan. Hij wilde me graag advies geven. Hij woonde al lang in Pamplona, was zelf Amerikaan en getrouwd met een Nederlandse uit Enschede. We hadden een leuk gesprek en daarna hebben we zijn adviezen zoveel mogelijk opgevolgd.

Eerst naar het grote plein: Plaza del Castillo. Dan richting Kathedraal. We hebben de Cathedral of Santa Maria la Real uitgebreid bekeken. Het is een architectonisch juweel uit de 14 - 15e eeuw, met zijn Neoclassistische gevel en het beeldhouwwerk van Ventura Rodriguez. Binnen vind je het graf van Carlos III, koning van Navarra en zijn vrouw. Prachtige beelden van hem en zijn vrouw, gehouwen uit albast door een Vlaamse kunstenaar. Ook het onderstel heeft bijzondere sculpturen, minutieus en zeer gedetailleerd uitgehakt. In dit geval door een Spaanse beeldhouwer. Verder is er een kloosteromgang, die wordt beschouwd als een meesterwerk in gotische stijl. We hebben slechts 3/4 kunnen zien, omdat er stevig wordt gerestaureerd, maar ook dat was prachtig. We hebben tot slot het museum van de kathedraal bezocht, waar we de tentoonstelling “Occidens” hebben bekeken. Bijzondere opstelling en prachtige stukken gezien. Veel om in ons op te nemen, maar zeker de moeite waard.

Toen werd het tijd voor de lunch, vonden wij, even rondgekeken in de straatjes waar we het beste konden eten (gezien het gekregen advies) en jawel, een plekje gevonden buiten op het Plaza San Francisco. Gewoon het menu genomen met enkele glazen rode Spaanse wijn, heerlijk salade, Jan vissoep, daarna lamsvlees en rund, toetje na en zeker anderhalf uur verder, waarin we veel hebben ervaren, gezien, genoten en gekletst stonden we op met een gevoel van tevredenheid, maar ook melancholie, omdat we morgen Spanje weer gaan verlaten. 

We besloten om, nu we hier toch zijn, ook nog even richting de ”Bullring” te lopen. Nou we hebben hem gezien, weliswaar alleen van de buitenkant, maar toch een fiks gebouw. Wie we wel hebben gezien was Ernest Hemingway, maar dan als bronzen beeld voor de arena. 

Tot slot terug gelopen langs het sjieke winkelgedeelte, ruime allee met prachtige, moderne winkels. Dan afgeslagen naar het noorden, richting Hotel. Het werd een beetje warmer/benauwder maar nog steeds prima. Ter verkoeling een stukje door het park: Jardines de la Taconera gelopen en van daaruit over de stadsmuur, terug naar de lift. Onderweg naar het Hotel nog een paar boodschapjes gedaan voor onderweg morgen. We zijn er dus weer klaar voor om naar St. Jean-Pied-de-Port te gaan.

Op dit moment onweert het .........  hopelijk is het morgen weer droog ;-(




Pamplona! Wat een stad!

Pamplona! We zijn er nog maar net en al met al kwamen we soepel de stad in en bij ons Hotel: Pamplona Plaza, maar wat een grote stad is dit. Ik had geen idee, zeker niet dat het zo’n moderne stad zou zijn, ergens is Pamplona toch de oude, historische Spaanse stad waar “de Toros” achter jonge mannen aan rennen. Die oude stad is er vast, maar die hebben we nog niet gezien. Jan heeft net de plattegrond meegebracht en eerlijk gezegd, lijkt het me geen slecht idee om morgen te blijven en de stad te verkennen,” we wil see”.

 Vanmorgen vertrokken uit ons appartmento in Acedo. Eerst ontbeten, brood en verse asperges van onze gastvrouw, heerlijk plus een kopje thee, geperste sinaasappelen en yoghurt. We stonden gepakt en gezakt voor de deur om afscheid te nemen toen ik me liet ontvallen dat we de kerk graag hadden bekeken, maar dat we niet konden/wilden wachten op de mis van 13.15 u. O, maar dat is geen probleem: ik heb de sleutel! Ze ging ons op een drafje voor naar het kerkje en toen we binnenkwamen, waren we zeer verrast hoe mooi het was. Prachtig in de verf, goed onderhouden een kunstig ingelegde houten massieve vloer, prachtige banken, mooie verlichting enz. Ze vertelde dat de dorpsbewoners dit allemaal hadden gedaan. Het schilderen, de houten vloer leggen, nieuwe glas in lood ramen gemaakt en geplaatst. Ze hadden het geld ingezameld, maar ook gezamenlijk het werk verricht. Ook nu nog, het schoonhouden, bloemen verzorgen, enz. Hun werk. Zij speelt piano tijdens de mis en als begeleiding bij gezang. We waren onder de indruk. We hebben haar nogmaals omhelst en zijn vertrokken. Ze is echt de beste dorps ambassadeur die ik ooit ben tegengekomen.

Eerst richting Camping om nog wat eten voor onderweg in te slaan. Dan terug door het dorp richting Via Verde. We gingen erop waar we er gisteren afkwamen. Het pad was nog hetzelfde, gravel en keien, maar desalniettemin fijn omdat het zo rustig is. Het weer was meteen al goed, prachtig zonnig en weinig wind. Wij hadden gelukkig ook al niet te veel kleren aangedaan. Het mooie weer veroorzaakt wel ineens veel insecten, bijtjes, vliegjes enz. die nog niet zo veel vliegervaring hebben, want ze botsen steeds tegen ons aan. Belangrijk om je mond goed dicht te houden. Het eerste uur was het vrij rustig op de Via Verde. We reden langs Antzin, Mendilibarri en Murieta. We hoefden niet te veel te klimmen, maar wel goed manoeuvreren, dus toch inspannend. Vlak voor Estella werd het drukker, veel wandelaars, fietsers, wielrenners en een enkele hardloper. Gezellige drukte, maar voor ons extra goed opletten, omdat de meesten niet zo bezig zijn met de anderen, buiten hun eigen groepje. Mijn vader zou zeggen, ze lopen rond als een kip zonder kop. Een prima plek dus om even koffie te drinken op een van de bankjes langs de Via Verde. Het werd toen al aardig warm in de zon. 

Het traject van Estella naar Pamplona is flink heuvelachtig. Vanuit de Carlistenstad begint meteen een helling van 3 kilometer 4-7% klimmen. Dan volgt een afdaling in een vruchtbare vallei met graanvelden en wijnbouw. De dorpen zijn klein, maar veelvuldig aanwezig. Ze kunnen, bij wijze van spreken, naar elkaar zwaaien. We passeren Murugarren, Zabal en Arizala en klimmen nog even door tot Riezu, daar zou een restaurantje zijn. Het was even zoeken, maar toen vonden we een leuk, alternatief tentje aan een idyllisch pleintje. Het was er behoorlijk druk, maar we konden erbij. Heerlijk gegeten: een superlekkere salade voor ons samen en ieder een hamburger, ik vegetarisch en Jan iets met een X....... burger. Ook allebei lekker. Hierna konden we wel weer even verder klimmen. Ik was blij dat er iets meer bewolking was gekomen, want zelfs deze voorjaarszon is voor mij teveel. Gisteren heb ik maar een paar uur met ontblote armen gereden, die er nu uitzien als een lekkere biefstuk ;-(

We kwamen ook nog langs Salinas de Oro, de naam zegt het al: zoutwinning. Al eeuwenoud. Er zijn, ook nu nog enkele bassins in bedrijf. Bij Etxauri (840m) heeft Jan foto’s gemaakt van een geweldig uitzicht over het dal van de Rio Arga tot aan Pamplona. Tijdens de afdaling, daarna (heel stijl, dus heel hard) zagen we werkelijk een zwerm gieren, die daar, heb ik gelezen, op de rotsen nestelen.

Al met al dus weer zeer de moeite waard. Nog even plannen hoe nu verder, want van hieruit gaan we richting St. Jean-Pied-de-Port in Frankrijk en verlaten dan Spanje. Ging toch weer sneller dan we dachten...................

In Acedo!

Acedo, daar zijn we nu, anders dan gepland en verwacht, want Jan had met booking.com gereserveerd in Sorlada, maar dat liep een beetje anders.

Vanmorgen vertrokken vanuit Miranda de Ebro. Super lekkergeslapen! We zaten in een enorm groot hotel op de 5e verdieping met uitzicht op de rivier de Ebro. Van hieruit een indrukwekkende rivier. Vanmorgen ontbeten en daarna de route op de plattegrond in ons boekje gevolgd en dat werkte perfect. De stad leek bij het uitrijden veel groter dan we dachten, maar al lopend hadden we toch aardig wat kunnen zien. Eenmaal buiten reden we richting Zabrana, eerst een brug over, Calle Arsenal, rotonde, Calle Logrono, de BU740, drukke weg met zijstrook, over de A68, weer ri. Zambrana, rotonde, over viaduct enz en dan eindelijk komen we in de luwte en niet lang daarna verlaat de route het dal van de Ebro om na St. Cruz langs de Rio Inglares in etappes omhoog te klimmen. Een stevige klim: ruim 400 m over Ocio, Berganzo en Peñacerrada-Urizaharra.

Het was 4gr.C toen we vertrokken, maar omdat de lucht stralend blauw is en de temperatuur langzaam stijgt, moeten we regelmatig even stoppen. Eerst om warme handschoenen aan te doen, maar daarna eigenlijk alleen om iets uit te trekken, dezelfde warme handschoenen, maar ook jassen, overbroeken enz. Dit hebben we deze tocht nog niet eerder mee gemaakt, het voelt als een cadeautje. Mede dankzij dit prachtige weer, maar ook omdat het zaterdag is, is het drukker dan we gewend zijn. Even schoot door mijn hoofd: “ wat doen al deze mensen op onze rustige wegen?” Maar meteen moest ik bekennen dat het niet mijn, maar hun wegen zijn. Bijna twee weken op deze route zonder veel medeweggebruikers, geeft blijkbaar het gevoel dat deze weg er speciaal voor ons was/is, niet dus. Fietsers, wandelaars, motorrijders, auto’s het lijkt wel of ze net zijn vrij gelaten, net als de koeien die in het voorjaar de wei in mogen. We moesten dus nog beter opletten, want ze kwamen van alle kanten....

In Lagran vonden we een restaurant. Best modern, nieuw gebouw. We waren een beetje vroeg, maar kregen een super lekkere omelet met spekjes op een heerlijk knapperig stokbrood. Biertje erbij en een ijsje na. Tegelijkertijd even de batterijen opgeladen en weer door op weg naar Sta. Cruz, waar de Via Verde begint. Een fietspad over een vroegere spoorrails naar Estella. Over het algemeen is een via verde heel speciaal, dat was hij nu ook, maar we zijn blijkbaar een beetje verwend, want het viel tegen dat het een best rommelig en moeilijk bereid aar grintpad was. Niet getreurd, we hoeven maar tot Acedo, want daar gaan we eraf om richting Sorlada te rijden, waar we een Hotel hebben gereserveerd. Het werd ook best wel een aardige route met twee tunnels, waarvan de laatste heel lang en..... heel koud. Meteen daarna konden we eraf in Acedo. Even door het dorp gereden, direct richting Sorlada. Op zich ook een mooie route. Daar aangekomen was het een bescheiden, beetje rommelig dorp. We reden even rond, maar konden niet 1,2,3, het Hotel vinden. Jan belde ergens aan, waar we net iemand binnen hadden zien gaan, om te vragen of er überhaupt een Hotel was en jawel, hij en zijn dochtertje liepen even mee om het te wijzen. Het was prachtig, een mooi oud gebouw aan de rand van het dorp met een indrukwekkende voordeur. Wij naar binnen. Een vriendelijk, maar enigszins nerveuze dame, probeerde ons, in het Spaans, uit te leggen dat er geen kamer beschikbaar was. Ze had ons proberen te bellen, maar ja...... wij waren aan het fietsen, telefoon uit, vrij en blij, want we hadden een kamer gereserveerd, no sorrows. Wat nu. Na veel heen en weer gebel met de eigenaar van het Hotel had hij een kamer in Acedo voor ons kunnen regelen, of we dat oké vonden. Eigenlijk niet, want we moesten weer 8 km terug fietsen, maar we hadden niet veel keus.

Zo werd het vandaag totaal 91 km. Maar in Acedo werden we super hartelijk ontvangen. De dame van dit mooie appartementencomplex tegenover de kerk, bleek een slimme, vriendelijke, geïnteresseerde vrouw te zijn, die haar hele leven in dit dorp heeft gewoond en zich daar ook voor inzette. Zo betrokken en wijs, altijd fijn om mee van gedachte te wisselen. We zitten nu aan de eettafel onze blog te maken, met weer een nieuwe ervaring rijker.

Het voorjaar zet in.

Door een beetje haperende verbinding gisterenavond kon ik mijn verhaal niet helemaal afmaken en Jan geen enkele foto verzenden. Nu in ons Hotel Tudanca in Miranda de Ebro, hopen we dat weer goed te maken.

Eerst nog even over Poza de la Sal. Een heel interessant oud stadje tegen de bergen aangeplakt. Het wordt het “balkon van de Burebastreek” genoemd. In de strijd voor de afhankelijkheid van de Carlisten, vormde Poza samen met Ona en Frias de verdediging aan de noordkant van de Burebastreek. Met de fiets kan je al boven door de stadsmuur het historische stadje inrijden, door nauwe beschaduwde straatjes richting pleintje aan de voet van de 13e eeuwse kerk San Cosme y San Damian. De stevige kerktoren maakt deel uit van de verdedigingsmuren. Achter een fraai versierde stadspoort bevindt zich een open plein met uitzicht op de vallei, waarachter ons Hotel bleek te staan. Daar aangekomen hebben we snel onze spullen op de kamer gezet en konden we direct aanschuiven in het restaurant. Heerlijk gegeten, salade, een erwtenschotel met spekjes, croquettes met friet en bloedworst, een kalfsfilet en rijstepap en frambozen bavarois na. En ook nog heerlijke rode wijn, Super! Daarna nog even door het plaatsje gefietst en naar de zoutbassins. Hier heeft door de eeuwen heen zoutwinning plaats gevonden en in 2001 werd het nationaal erfgoed. Reeds in de Romeinse tijd bewaakte een vesting de installaties in de uitgang van het dal en in de 10de eeuw was Poza een van de belangrijkste leveranciers vanzout in Noord-Spanje. Ze hadden alles ook prachtig in oude staat teruggebracht. Leuk om te zien.

Vanmorgen vertrokken terwijl het nog mistig was en koud. We hadden ontbeten op de kamer en voor onderweg heet water gevraagd in het restaurant. Als enige gast moesten we het verder zelf even oplossen. Geen probleem natuurlijk. Frisse start, maar wel weer een mooie landelijke route met weinig verkeer op weg naar Ona. We zijn er even ingereden om wat boodschappen te doen en het marktplein te bekijken. Er bleken meer mooie plekjes te zijn, dus even rondgetoerd. Na Ona klimmen we over rustige landweggetjes gestaag omhoog tussen de bergruggen van Sierra de Ona en en Sierra de Pancorbo, een weg die al bij de Romeinen in gebruik was. Voorbij La Molina del Portillo buigt de weg af van het riviertje met enkele venijnige klimmetjes. Vanaf Cubilla volgt een rechte weg door het natuurgebied van Obarenes, prachtige rit! Ondertussen was de zon aardig doorgebroken. We hebben een paar keer koffie gedronken en wat gesnackt, zittend in het zonnetje. Een keer op een prachtig, net gerenoveerd dorpspleintje. Volgens mij ben ik ook een beetje verbrand, dus morgen maar op tijd smeren.

Het was vandaag een mooie, rustige tocht. Alles werkte mee, het weer, de route liep soepel en we hadden geen haast. Na het natuurgebied nog wat gezigzagd onder, over en langs treinrailzen, auto banen en rivieren om in Miranda de Ebro aan te komen. Een drukke stad met cellulose en kunstvezel industrie, gelegen aan kruisende spoor- en hoofdwegen. Ook historische routes kruisten hier en de Romeinen bewaakten een van de weinige overgangen van de Rio Ebro. We zijn net even de stad ingegaan, maar nu zijn de Spanjaarden nergens te vinden. Dat komt pas vanavond als om 20.30 u de restaurants open gaan. Gelukkig konden we nog wel een biertje drinken op het terras aan een vriendelijk plein (place de Espana) met een muziektent en waar de lantarenpalen versierd werden met guirlandes van nepbloemen. Altijd leuk om mensen zo bezig te zien. Daarna terug gewandeld naar het Hotel, waar we nu aan de blog werken. Misschien gaan we zo nog een hapje eten....... tot later!

Nooit saai!

Vanmorgen vertrokken vanuit Polientes. We waren er helemaal klaar voor, gedoucht, gepakt en gezakt, nog even ontbijten in het Restaurant, de fietsen uit hun garage halen, betalen en.......... verder.

Dat hadden we gedacht. Het restaurant was nog dicht, dus we konden niks.... even wachten in de zon? Ja maar voor hoe lang? Een wandeling door het dorp? Ergens anders ontbijten? Gelukkig hebben we altijd eten en drinken bij ons, Zodat we bij lange eenzame tochten, waarbij we niets en niemand tegenkomen, zelfs geen dorp of boerderij, iets kunnen eten. Terwijl we daar stonden liep er een meneer zijn hond uit te laten. We hadden hem gisterenavond in het restaurant gezien. Hij zag blijkbaar onze hulpeloze blik en zei dat er rond 9.00 u iemand kwam. Dan maar even iets op onze kamer eten. Zo gezegd, zo gedaan. Ook nog even gewandeld en toen hebben we in het Rest. een koffie gedronken, de kamer betaald en de fietsen opgehaald. Eind goed al goed.

Onze route begon alternatief, omdat we sliepen buiten ons boekje. Er was ons geadviseerd om richting Ruerrero te fietsen langs de rivier de Ebro. Dat bleek al snel een prachtige route te zijn, omringt met veel groen, historische dorpen en bijzondere rotsen. Na Ruerrero, kwamen we langs San Martin de Elines en na een paar slingerwegen worden we verrast door een enorme waterval, die vanuit het hoger liggende dorp op de rotsen lijkt te storten. Er staat een hele groep fotografen met enorme toewijding te fotograferen. Jan ertussen. Ik hoop dat de foto’s bij benadering een indruk geven van wat wij ervoeren. Dit plaatsje was Orbaneja del Castillo. Gezien de vele parkeerplaatsen en informatieplaten, een toeristische attractie! Het grappige is dat wij tijdens onze tocht hier naar toe, hoogstens een auto tegenkwamen. Verder slingerend langs de Ebro naar Escalada. Daar komen we op de N623, een drukkere weg, maar te doen. Onderweg spuit Jan nog even de fietsen schoon bij een pompstation en daar drinken we ook een koffie con leche. Verder naar Valdelateja en San Felices, een beetje troosteloze dorpen. Bij San Felices komen we weer op onze “officiële” route. Al met al heeft onze overnachting in Polientes een wonderlijke extra route opgeleverd van zo’n 40 km.

Bij Tablada del Rudron verlaten we de N623, richting Sedano (lichte klim 8%) dan Moradillo de S. , waar een enorm meditatie achtig centrum staat, wat in ons idee lijkt op “Renesse” en Quintanaloma, op 1000 m. Vanaf hier rijden we ruim 20 km een soort trainings traject. We blijven eerst ca. 5 km op deze enorme hoogvlakte met een kaarsrechte, golvende weg, richting een windmolenbos. Dan stijgen we tot 1080 m en vervolgen eenzelfde soort weg, maar dan tussen de windmolens. Er is bijna geen verkeer en bij iedere “top” realiseer je je dat er weer een nieuw dal komt. Op zich was het prima weer, ook al werd het wat frisser door de altijd aanwezige wind op deze hoogte, maar het wordt toch wel saai.Ons routeboekje attendeerde ons op een monument op deze oneindige vlakte waar we even uit de wind konden zitten, koffie drinken en wat snacken. Ook werden we gewaarschuwd voor een steile afdaling, hierna.

Wat schetst onze verbazing als we weer op onze fiets zijn gestapt, wegrijden bij het monument en meteen geconfronteerd worden met een totaal ander, sprookjesachtig, magisch landschap met ruïnes van kastelen, maar ook gekke kleuren, zwarte lavapunten en andere vormen enz. eigenlijk onbeschrijflijk. We kijken onze ogen uit en proberen zo voorzichtig mogelijk af te dalen. Regelmatig stappen we af, zodat Jan foto’s kan maken. Zo zakken we langzaam het dal in , waar het plaatsje ligt waar we nu zijn. Poza de la Sal in Hotel Casa Martin.

Wat een dag weer!

Allereerst: dank voor alle leuke, hartverwarmende reacties, zo fijn om te lezen en het geeft zo’n goed gevoel alsof we niet mijlenver verwijderd zijn van familie en vrienden, maar toch een beetje dichtbij.

Wij blijven ons best doen om ieder dag iets te vertellen over onze avonturen. Gisteren gaf het wat problemen met de WiFi, waardoor ik twee keer hetzelfde antwoordde in reactie op Pim en Jan de foto’s maar niet verstuurd kreeg. Gelukkig werkt het nu goed, dus geen probleem.

We zijn in Polientes beland. Dit stond niet op onze route, dus vraagt het wat uitleg. Dat komt. Ik zal eerst even beginnen bij vanmorgen. Cervera de Pisuerga! Prima geslapen, goed ontbijt, maar schier onmogelijk om op onze vervolg route te komen. Drie keer fout gereden en uiteindelijk de CL626 genomen, richting Aquilar, want daar moeten we in ieder geval naar toe alleen over een andere weg, de P212. We kiezen ervoor om snel een afslag te nemen naar de route van het boekje. We herkende Liguerzana, dus van de 626 en verder kijken hoe we naar Quintanaluengos komen. Niet dus. Het dorp leek wel verlaten, we vonden geen richtingaanwijzingsborden en toen Jan, min of meer per ongeluk op een meneer stuitte, verwees hij ons uiterst vriendelijk richting brug, waarna een pad volgde naar Aquilar. Mucho gratias en door......... eerst over een gravelpad, daarna grint, modder, enorme keien enz. De wegwijzering, die er wel was, was voor de “grand randonnees” met andere woorden, wandelpaden. Niet geschikt voor ons.... niet alleen omdat wij met de fiets zijn, maar ook niet omdat we ons niet kunnen voorstellen dat het leuk is om je zo traag te bewegen/verplaatsen op zo’n troosteloze weg.Op het moment dat Jan terug wilde, heb ik mijn telefoon en Google Maps erbij gehaald! Gered!!! Niet dat het meteen leuk werd, maar er was een uitweg. We zaten slechts een paar kilometer van Barrio de Ste. Maria. Nog even doorbuffelen en ja hoor aan de horizon glooide al een kerktorentje. Daarna natuurlijk een makkie, mooie route Barrio de S. Pedro, Foldada, Quintanilla de la B. en, jawel Aquilar de Campoo.

Wat een leuke stad. Voor het eerst na Santiago de C. een plaats, die een stads gevoel geeft. Leuke straatjes, mooi plein met kerk, mensen op straat enz. Mooie cafés, restaurants. Heerlijke chocomelk gedronken. Was leuk om te zien. Was ook vrij gemakkelijk om er zowel naar binnen als naar buiten te rijden, zo zie je maar, het kan wel. We starten over de N 627, best een drukke weg met veel vrachtverkeer, terwijl er een A73, grote autoroute, deels nog in aanbouw, doorheen slingert. Ik was blij dat we er bij Fuencaliente de Lucio af konden. Weg van de drukte reden we weer door een mooi ruim gebied, omringt door bergtoppen. Weliswaar met hier en daar een mini, zeer verlaten en soms wel erg verwaarloosd dorp, maar wel allemaal met prachtige klinkende namen! Bijvoorbeeld Quintanas de Valdelucio, waar naast een klein kerkje, slechts 5 huizen stonden of San Mames de Abar of Basconcillosdel Toso. Ik moet zeggen...... zulke klinkende namen schept verwachtingen, waar niet altijd aan wordt voldaan, bv een restaurant zijn we niet tegen gekomen en een slaapplaats viel ook niet mee.

We waren op weg door opnieuw een prachtig natuurgebied. Met links, rechts, achter en voor ons enorme, dreigende zwarte wolken, reden wij in de zon naar Sargentes de Lora. Daar staat een prachtige, moderne Albergue in een goed gerestaureerd historisch pand. Dat zagen we wel zitten. Helaas nog niet open. Hoemoemenoe? Even aankloppen bij een benzinepomp/café/restaurant/agentschap en volgens mij had zij, de dame die het runde, nog duizend andere talenten die ze kon inzetten.

Ze heeft ons super goed geholpen. Ging alle mogelijkheden in de omgeving onderzoeken en verwees ons tenslotte naar Polientes. Daar waren zeker slaapopties. Als we nog 14 km wilden/konden fietsen, zou zij een reservering maken. Dat heeft ze gedaan, wat een lieverd en een bijzonder mens. We hebben nog een kopje thee gedronken, ook omdat het ineens enorm regende, maar ook omdat zij en wij het gezellig vonden. Na een omhelzing vertrokken we en nu zitten we om de hoek in het café, dat ook de zaken voor ons Hotel regelt. Naast ons wordt een verjaardag gevierd met alle familieleden, jong en oud. Leuk toch die Spanjaarden. Over een paar (5) dagen gaan we alweer richting Frankrijk, toch wel een beetje weemoedig...........


Weer goed aangekomen.

We zijn in Cervera de Pisuerga, volgens ons routeboekje, een levendig historisch stadje. Historisch zeker, maar voor levendig zijn we, denk ik nog te vroeg. We verblijven in Hotel El Roble, het heeft maar 2 sterren, maar op deze tocht, is het een van de betere met een ruime kamer, badkamer, alles mooiafgewerkt en goed onderhouden. Voelt dan meteen als heel luxe.

Zeker als we terugkijken op onze fietstocht van vandaag. We vertrokken vanmorgen uit Puente Almuhey, na prima geslapen te hebben en wederom een (noord?) Spaans ontbijt. Het ontbijt is niet zoveel bijzonders, cake, koffie en als je wilt meer cake en koffie. De dame achter de bar maakte echter alles goed. Ze vond het fijn om haar “Engels” een beetje te oefenen, stelde veel vragen, kon uitleggen waarom de WiFi het niet deed en wilde tot slot graag een foto van ons met haarzelf. Zo gezegd, zo gedaan. Wij in vol ornaat, naast onze fietsen op de foto en daarna weggereden........ de regen in richting Guardo en de CL626. Eerst een klim naar La Espina (1120 m) en dan door naar Guardo. Daar was het inmiddels 3,5 gr. C. Al vrij snel hielden we een koffiestop. Het regende zo stevig dat we nat, maar ook erg koud werden. Na een heerlijke koffie (dat kunnen ze hier), onze jassen en handschoenen drogen bij de kachel, konden we er weer even tegen. Guardo is best een grote plaats met een centrumfunctie en industrie, zoals smederijen, keramiek en glas. Toch zie je ook hier enige verschraling en weinig tot geen groei. Dat alles dan ook nog nat is, helpt niet mee. Na Guardo richting Velilla en het nationale park, Fuentes Carrionas. Vrij snel stuiten we op een reusachtige stuwdam, het begin van een supermooie tocht langs bossen en grillige stuwmeren. De wegen zijn buitengewoon goed en we slingeren langs dit bijzondere project. De enkele auto’s die we tegenkwamen, waren vast van medewerkers van het park of van bewoners van de dorpen die er nog zijn. Vele kilometers fietsen we namelijk alleen langs het stuwmeer en de overweldigende bergen, de dorpjes, de natuur en de koetjes, paarden, schapen, kippen enz. enz. diedaar vrij rondlopen.

Historische informatie: Deze route was al bij de Romeinen in gebruik. Alle inspanningen wegen ruimschoots op tegen de prachtige afwisselende natuur, met als achtergrond de hoge bergtoppen Curavacas en Las Lomas. Het plaatsje Camporredondo werd ten behoeve van de bouw van de stuwdam rond 1916 gesticht. Door veel watergebruik/behoefte elders in Spanje en toenemende droogte staat het peil in de meren zomers zo laag, dat vroegere wegen en muurtjes weer zichtbaar worden.

Omdat het er zo leeg en stil is, wordt het lastig om ergens een restaurant of een bar te vinden. Een paar keer vangen we bot, tot een meneer ons adviseert om door te fietsen tot Triollo. Dat was nog 8 km. Gelukkig hebben we altijd van alles bij ons en komen we niet om van de honger of dorst, maar we hadden, zeker deze regendag, best zin in een warme maaltijd. En jawel, we vielen met ons gatje in de boter. In een enorme, jeugdherberg achtige uitspanning waren we welkom en in no time hadden we gebakken spekjes, brood, wijn en water, salade, ieder een heerlijke, reuze kippenpoot en frietjes gekregen. Als toetje pudding en koffie na. Toen we hier in Triolloaankwamen, leek het droger te worden en toen we, goed gevuld, vertrokken scheen de zon. Dat maakte dat deze, weliswaar natte, maar mooie dag nog beter werd. We zijn op ons dooie gemakje, genietend van al het moois, richting Cervera de Pisuerga gereden. Meteen het Hotel gevonden en ons geïnstalleerd. Toen we nog even rond liepen in deze plaats, zagen we enorme zwarte wolken en bliksem boven de bergen. Fijn dat we weer goed aangekomen zijn.

Even bij de buren voor de Wi-fi

We zijn in Puente Almuhey, Hotel Del RIO Cea, mooie (gedateerde) kamer met bubbelbad enbalkon, maar helaas geen werkende Wi-Fi. Op hun advies even overgestoken naar een bar met een vriendelijke dame, die ons uit de brand helpt.

Ik zal proberen om snel te werken. Vanmorgen relaxed opgestaan, ontbijt met koffie, toast, jam en cake. Daarna fietsen uit de kelder gehaald en en route. Omdat het vannacht heeft geregend was het vochtig en hing er lage bewolking, dus goed ingepakt op weg. Carmenes ligt op 1180 m. Dus in eerste instantie konden we rustig starten. Afslag Vegacervera en voor brug links, richting Valdeteja over de LE313, klim van 5-7%. Dan naar Genicera, 1260 m en collade Valdeteja, 1382 m. Op zich geen extreem zware route, maar wel een spectaculaire verandering van de omgeving. Partijen lichtgekleurde granietrotsen verdichtenzich, waartussen de weg een snelle afdaling zoekt door een nauwe kloof naar de Rio Curueno. Langs dit riviertje daalt het op gelijke wijze tot Montuerto. Een overweldigde, spectaculaire fietsroute, zeker nu, weinig andere weggebruikers, alleen wij in dit grootse landschap. Bij km 53 leidt een voetpad naar een hoge waterval, die zich uitslijpt in een grot. Jan gaat erop af, ik volg hem even, maar ga snel terug, te gladde ondergrond en een onbegaanbaar pad. Als het lukt om ze te versturen, kun je, net als ik, de foto’s zien.

Langzaamaan breekt af en toe de zon door. Hij moet stevig vechten tegen dichte bewolking, maar naarmate de dag vordert, wint de zon het van de wolken en de koude,snijdende wind. Je snapt dat we nu met rode, gloeiende, konen boven onze IPad zitten.

Nadat we de rivier, met spijt, hebben verlaten, houden we een koffiestop, naast het stadhuis in La Vecilla, in de zon. Als we door het dorp rijden, zien we het ooievaarsnest boven het kruispunt. We hebben al meerdere ooievaars gezien en nesten, ook roofvogels, soms hoog op de rotsen, maar ook laag vliegend, op jacht naar prooi. Buiten het dorp, kruisen we een vernieuwde smalspoorbaan (bijzonder, quote Joost) een verbinding tussen Leon en Bilbao met moderne stoptreinen naar Cistierna en Guardo.

We rijden richting Bonar, een centrale plaats in deze regio, omringd met goede (auto) verbindingswegen. Mede daardoor blijven we iets te lang op de CL626 hangen en missen een paar bijzondere plekken, maar het schiet wel lekker op. We missen op onze route een restaurant, dus in een mini dorpje, La Ercina, drinken we koffie en vragen of we ons mee gebrachte eten mogen opeten en natuurlijk onze batterijen mogen opladen. Allemaal oké. Door naar Cistierna, Valmartino, Liama de la G.en Puente Almuhey over de CL 626, omdat deze de oude route heeft vervangen. Helaas.........